GROTE DAME KLEIN HONDJE

 

Ik zag laatst een grote vrouw. Niet dat het zo bijzonder is om een grote vrouw tegen te komen. Bijzonder was wel dat de dame een heel klein hondje bij zich had. Die combinatie viel me erg op. Vaak wordt gezegd dat honden en eigenaren iets van elkaar hebben. Bedoeld wordt dan bijvoorbeeld dat je een bepaalde hond bij het baasje verwacht. In dat geval was dat dus anders.

 

Het beestje had een fel gekleurd hondenhesje aan. Waar die fleurigheid voor nodig was begreep ik niet. Heeft een hondje niet genoeg levendigheid van zichzelf? En zo’n beestje is toch niet bedoeld om ermee te pronken? Ik dacht dat mensen een hond hadden voor prettig gezelschap.

 

Toen de dame aankwam met het beestje, dat Pippie heette, kwam het maar net met zijn kopje boven een boodschappenmandje uit. Het mandje was voor op het stuur van de fiets bevestigd, zodat de vrouw elke beweging onderweg in de gaten kon houden. Die bezorgdheid zette zich voort, nadat het diertje in een soort nestje verdween. De dame maakte dat nestje, door haar twee grote handen voor haar borst te houden.

 

Zo liep ze met het hondje naar een terrasstoel die ze een beetje met haar voet van een tafeltje afschoof. Ze durfde kennelijk geen hand los te laten om de stoel te verschuiven. En toen gebeurde er iets vreselijks. Pippie schrok plotseling van het piepen van de stoel over de gladde vloer. Honden horen hoge geluiden nu eenmaal beter dan mensen. Het diertje spartelde even wild rond in de handen van de dame, die daarop haar greep probeerde te verstevigen. Maar, te laat, het hondje ontglipte en kwam op het tafeltje terecht. Daar begon hij van de schrik hevig te keffen. Toen klonk, als tegenwicht op het snerpende geluid van het hondje, met een opvallend donkere stem: ‘Foei Pippie.’

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bezoekersteller