BLIK VAN EEN HOND
Een hond kan je met een aandoenlijke scheve kop aan zitten kijken met een blik van: Krijg ik nou nog geen lekker koekje? Of: Je hebt mijn brokjes vandaag nog niet aangevuld. Maar soms meen je een heel andere uitdrukking in die blik te zien.
Een van mijn vrienden, die ik altijd met zijn bijnaam Dré noem, had ooit twee poezen. Met die poezen kon hij niet door het bos rennen en dat miste hij om er de overtollige kilo’s af te halen. Daarom besloot hij een hond te kopen en hij koos voor een golden retriever, omdat hij dacht dat die hond vreedzaam zou kunnen samenwonen met twee poezen.
Maar het beest was amper in huis toen een van de poezen er een spurt inzette en op de brede vensterbank aan de straatkant sprong. Dré dacht, ach de poes moet even wennen aan de hond en dan komt alles in orde. Dat wennen bleef echter uit. De poes kwam alleen van haar plek om naar de kattenbak te gaan en haastte zich daarna weer terug. Dré heeft, om haar niet te laten verhongeren, kattenbrokken op de vensterbank gezet.
Dat gedrag heeft het beest drie dagen volgehouden tot ze op een onbewaakt ogenblik kans zag naar buiten te vluchten. Tot spijt van Dré heeft hij haar daarna nooit meer teuggezien. In de hoop dat de poes toch weer mauwend voor zijn huis zou staan, heeft hij een stoel naar de vensterbank geschoven en daar elk vrij moment op de uitkijk gezeten. Maar tevergeefs.
Telkens als Dré daar zat kwam zijn hond naast hem zitten en keek hem met zijn kop scheef aan. Mijn vriend meende duidelijk een dubbele uitdrukking in de blik van de hond te zien. Enerzijds een schuldgevoel, dat de poes voor hem was gevlucht en anderzijds een blik van: het komt wel in orde hoor. Maar, de hond had geen gelijk. De poes kwam nooit meer terug.